maandag 13 september 2010

De hel van Kota en de grotten van Agra

Omdat een vriend van Isabel in Bundi ons zo goed geholpen had met het reserveren van treintickets naar Agra, en hij toevallig ook een restaurant had beloofden we hem om 's avonds op zijn dakterras van het uitzicht op de city palace en van het eten te komen genieten.
Zo gezegd zo gedaan! En daar zaten we dan... Simon waagde voor het eerst na zijn herstel terug vlees te eten. Het restaurantje was een vroegere haveli wat de man helemaal had opgeknapt. Dat hij fier  was op wat ie verwezenlijkt had toonde hij na het eten met de foto's van hoe het ooit was. Verder vertelde hij ons nog dat er een mooie vijver lag iets verder in het dorp die we morgen konden gaan bezichtigen. We spraken af om de volgende ochtend langs te komen, zodat hij een riksja zou regelen om naar het treinstation te gaan en de reservatie van onze treintickets af te handelen.
Toen we terug in de guesthouse kwamen stelde de vrouw des huizes voor om een hennatattoo te zetten. We werden uitgenodigd in de living, dit was tegelijkertijd ook de slaapkamer en de keuken. Een schrijnend contrast met de basic kamer waar wij in sliepen. Op de televisie was een soort van indische rode loper aan de gang. Wat later op de avond ging ik met de lelijkste henna tekening ooit slapen.
Toen we de volgende onze tickets voor de nachttrein van diezelfde avond naar Agra wilden boeken in het station (de website lag plat voor onbepaalde duur) bleken deze uitverkocht...
Plan B en tevens de enige optie wilden we op tijd in Agra geraken, de trein van de volgende dag vanuit een nabijgelegen stadje.
Terug aangekomen in Bundi-city, pakten we onze biezen in de guesthouse, rekenden we af  en werden daarenboven vies in het zak gezet, en gingen op zoek naar de vijver... Toen we die na een kilometer of 3, veel getoeter en nagegaap nog niet gevonden hadden, en dus trokken we maar met de 'autoriksja sir' terug naar het centrum om een veel kleinere vijver te bezoeken. Onderweg naar deze vijver had ik (simon) het zo druk met mensen van me af te houden, dat ik een enorme koeienvlaai met mijn teenslippers had opgeschept... Eindelijk bij de vijver aangekomen, kruisten we een koe. Op het moment dat Annelies naast deze koe liep, zette ze (de koe) plots een aanval in en duwde ze met haar behoornde kop tegen Annelies aan die maar net op tijd de dans kon ontspringen. We wandelden verder richting het dorp en kwamen midden in een optocht terecht om Ganesh te vieren. Heel het dorp was betrokken en volgelopen. Tijd om onze rugzakken te halen, heel de stoet voorbij te steken een naar het busstation te snellen. We namen de bus naar Kota omdat we daar 's anderendaags de trein naar Agra zouden nemen. Over de busreis valt niet zoveel te vertellen. Het was een lokale bus, dus werden we zoals gewoonlijk ferm dooreengeschud, werden we constant aangegaapt en deden onze konten enorm veel pijn toen we aankwamen. Maar goed, we waren op onze bestemming aangekomen. Kota werd in de trotter beschreven als een gezellig arbeidersdorpje met enkele fabrieken waar nog maar weinig toeristen kwamen, waar de toeristen vriendelijk begroet werden en dan verder met rust gelaten werden. MOOI NIET.
We stapten van de bus en trokken te voet het dorp in op zoek naar een guesthouse. Na 4 min wandelen hadden we een sliert van twintig kinderen die ons op een tiental meter volgden.  Nergens was een guesthouse te bespeuren, dus verdwaalden we in de kleine straatjes van de binnenstad. De groep achtervolgers zwol aan en het werkte ons danig op de heupen. Daarenboven bleek niemand in heel deze stad de Engelse taal machtig te zijn. Sommige dorpelingen wilden ons maar graag in vloeiend Hindi te woord staan en wanneer we gebaarden dat we er geen ene moer van verstonden, knikten ze en praatten ze rustig verder in Hindi. Om onze achtervolgers af te schudden stapten we in een riksja en reden we naar een trotterhotel dat toch niet dat bleek. Er was wel nog een ander hotel in een oud Engels koloniaal huis maar dat kostte 2700 roepie. Op goed geluk gingen we ernaartoe en konden we afpingelen tot 1000 roepie. We trokken de stad in op zoek naar de enige toeristische bezienswaardigheid wat, surprise surprise, het city palace bleek te zijn. Daar aangekomen gebaarden de mensen dat het gesloten was. Om ons van eyeballs te onttrekken gingen we naar een betalend stadspark waar we even in rondwandelden en een snack aten.  In dit park stikte het ook van de professionele fotografen die foto`s nemen van Indische gezinnen/koppeltjes in strak geposeerde houdingen en dan maar al te graag dit plaatje met photoshop bewerken. We wachtten lang genoeg, zodat we onmiddellijk ergens konden gaan eten. We trokken naar een restaurant dat ooit onder een hotel lag. Nu lag het midden in een bouwwerf. We moesten letterlijk door puin, tussen stellingen doorlopen en bereikten dan een kleine resto waar we als enige waren. Een uur later zat het helemaal vol, wat ons toch op ons gemak stelde. Het eten was goed en voldaan gingen we naar ons hotel waar we na het kijken van een spannende cricket match in slaap vielen.

De volgende dag trokken we terug naar de city palace, en wegens een moslimfeestdag deze keer was het weer gesloten. Omdat de mensen zich weer rond ons begonnen te drummen, maakten we dat we weg waren en gingen we naar een ander betalend park, waar we gezellig op een bankje zaten en keken hoe de vrouwen het gras knipten... Dit zorgt trouwens voor mooie taferelen in het gras aangezien ze enkel in de schaduw gaan zitten werken. Alle plekken gras onder de bomen zijn dus mooi gekortwiekt, de rest leeft volgens de Sam Goris doctrine. Na lang genoeg wachten trokken we naar het treinstation. Nog een uur later kwam onze trein en zochten we onze plaatsen. We kwamen terecht bij vier schattige oude zestigers die samen een reisje maakten. Ieder van hen had iets lekkers meegekregen van thuis dat ze met elkaar en ons deelden. Zo aten we bijvoordeeld iets chipsachtig en appels. Het grappige aan die appels was dat ze uit een sporttas kwam die in een mottenballenkast had gestoken, waardoor die appels een smaak van mottenballen achterlieten na het eten. Smakelijk... De man tegenover mij was heel vriendelijk. Hij probeerde met zijn weinige Engels een conversatie op te bouwen. Stiltes deed hij teniet door repetitief een bepaald Hindi woord te zeggen waar ik de ballen van snapte. Op zijn schoot vouwde hij een handdoek open waar hij nu eens zijn handen aan afveegde, dan weer zijn neus in snoot om vervolgens zijn gezicht eens af te vegen. Na het eten trokken ze de bedjes uit in de trein en deden ze elk hun middagdutje. Na een uur of twee werden de meesten wakker en keuvelden ze gezellig verder. Wij lazen een boekje, speelden wat tetris en doodden de tijd. Tegen 22.00 arriveerden we in Agra. We trokken naar het hotel dat trotter warm aanbeveelde om daar aangekomen een muis  in de kamer te vinden. De kamer stonk naar schimmel en de muur was zo vochtig als iets. We zetten de fan aan om de geur te verdrijven. Het hielp niet... Voor onze deur stond een tafel waaraan we nog gauw wat eten nuttigden en vier op een rij speelden. Na een tijdje kregen we het advies te vertrekken naar onze kamer want blijkbaar sliep een van de werknemers van het hotel op een houten plaat op poten voor onze deur. Bon, het was niet slecht te slapen want de volgende dag zouden we naar Taj Mahal trekken op een ontieglijk vroeg uur. Het lukte ons echter moeilijk de slaap te vatten in deze vochtige grot waar de muizen op de loer lagen om de kaas tussen je tenen uit de knabbelen.

Slaapwel!

graag geven we ook nog volgende typische Indiaanse woordenschat mee:

No problem
Ok
Yes yes
One minute
Yes sir
Everything is possible in India sir

Volgende vragen komen ook vaak terug.
Hello sir, how are you?
Which country?
Where you from?
What is your name?
How long India?
What do you do?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten